Hoe beleven we dodenherdenking na ruim 75 jaar? Elk jaar hangt op 4 mei de vlag halfstok in Nederland. In de oorspronkelijke opzet is dit voor de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar sinds 1961 is dit verruimd naar alle Nederlandse oorlogsslachtoffers. Maar wie herdenken we eigenlijk? De slachtoffers of ook de daders? Hoe zorgen we dat de boodschap van verbinding levend blijft?
4 mei Dodenherdenking
20.00 uur. Een collectieve stilte van 2 minuten. Verspreid door het hele land vinden herdenkingen plaats. Hetzelfde patroon is herkenbaar: de Taptoe, 2 minuten stilte, het Wilhelmus en de kransleggingen. Met vorig jaar een nog grotere stilte vanwege Corona. Intens en anders dan verwacht bij een 75-jarig jubileum. Impact is iets wat zowel deze dag als de afgelopen periode overschaduwt.
De stille tocht
Bij het herdenken staan we stil bij mensen die er niet meer zijn. Een ander goed voorbeeld hiervan is een zogenaamde stille tocht. Dit zijn tochten die ter nagedachtenis wordt gehouden, meestal na een ramp of ‘zinloos geweld’. Het zijn collectieve uitdrukkingen van een breed gedragen gevoel van verontwaardiging. Samen lopen als teken van saamhorigheid en hoop voor een betere toekomst is van alle tijden. En nu is dat bij dodenherdenking samen met een generatie die de oorlogsjaren nog bewust hebben meegemaakt. Straks alleen nog een echo op basis van verhalen die beschreven staan, interviews die bewaard zijn gebleven en herinneringen die omstanders hebben gekregen vanuit gesprekken.
Levenslang herdenken
Het bewust en onbewust reflecteren van onze vrijheid doet iedereen op een eigen manier, maar begint bij de confrontatie met jaren die niet voor te stellen zijn. Dit kent ook veel publieke aandacht. Een jaarlijks terugkerend ritueel waarin ophef niet altijd meer een uitzondering is. Zolang er veteranen zijn, blijven er discussies. Maar wordt daarmee het doel vergeten? Het denken aan iets wat in het verleden is gebeurd en nooit vergeten mag worden!
Meer dan een ritueel
Maar dit beslaat voor mensen wellicht meer dan de Tweede Wereldoorlog. De minder uitgelichte sterfgevallen kennen veel ook eigentijdse en langdurige herdenkingen. Als het na een uitvaart stiller wordt ontstaat er leegte en het gemis wordt alsmaar groter. Vanuit die emotie ontstaat de behoefte tot nieuwe rituelen en tradities. Tradities die de nabestaanden doen herinneren aan het verlies van die persoon die zo dierbaar was.
Terugkerende tradities
Je hoort regelmatig dat op de sterfdag van de overledene de familie bij één komt en de favoriete maaltijd geserveerd wordt. Of een graf wordt bezocht op een speciale datum. Het hoort bij het herdenken in ons nuchtere Nederland. Op deze manier is het te missen persoon nog altijd op een bepaalde manier bij de nabestaanden, samengebracht door rituelen. Rouwen krijgt ruimte. De betrokkenheid bij het herdenken op een eigen manier laat wel zien hoe belangrijk het is. Net als het herdenken op nationaal niveau. Als er maar aandacht aan geschonken wordt. Vrijheid om iedereen dat op een eigen manier te laten doen. Zolang we maar niet vergeten dat…
Na Dodenherdenking op 4 mei, volgt Bevrijdingsdag op 5 mei. Een dag waarop we de vlag hijsen, onze vrijheid en het leven vieren. Dit symboliseert de zekerheid dat na elke periode van intens verdriet en verlies er altijd lichtpuntjes zijn…